Direct contact? Bel een coördinator.
Ze is er weer!
Soms neemt het leven onverwacht een scherpe wending, waardoor alles wat vanzelfsprekend leek, ineens op losse schroeven komt te staan. Zo verging het mij na een auto-ongeluk waarbij ik hersenletsel opliep. Werken kon niet meer — en dat was niet alleen een praktische verandering, maar ook een emotionele zoektocht. Want wat doe je, als je ineens niet meer mee kunt draaien op de manier die je gewend was?
Toch bleef diep vanbinnen het verlangen bestaan om van betekenis te zijn. Om er voor iemand te kunnen zijn. In dit blog vertel ik hoe ik via vrijwilligerswerk opnieuw invulling vond aan die wens — en hoe de bijzondere band met Frits, al vijftien jaar mijn cliënt, mijn leven verrijkt.

Na een ingrijpend auto-ongeluk waarbij ik hersenletsel opliep, stond mijn leven ineens volledig stil. Werken was op dat moment niet meer mogelijk. Maar na verloop van tijd begon het toch weer te kriebelen. Ik voelde de behoefte om weer iets te gaan doen, om weer een bijdrage te leveren — al was het op een andere manier dan voorheen.
Tijdens een bezoek aan het gemeentehuis in Berkel en Rodenrijs liep ik binnen bij de vrijwilligersinformatiebalie. Daar sprak ik met een vriendelijke medewerkster. Ze vertelde dat er net nieuwe folders waren binnengekomen en één daarvan leek haar bijzonder passend voor mij. Zelf had ik eerder baliewerk gedaan bij een bank en een technische handelsmaatschappij, dus ik was wel gewend aan het contact met mensen. Mijn oog viel op het foldertje van Stichting Mentorschap, en meteen voelde ik: dit zou wel eens iets voor mij kunnen zijn.
Ik vroeg naar de mogelijkheden en het bleek dat er in september een nieuwe opleiding zou starten. Die heb ik gevolgd, en met veel interesse en toewijding afgerond.
Sinds 2010 ben ik mentor van Frits, een man met een licht verstandelijke beperking en autisme. Hij is inmiddels 85 jaar oud. Zijn zus had hem destijds aangemeld voor het mentorschap, omdat haar eigen gezondheid achteruitging. Ze wilde zeker weten dat er goed voor haar broer gezorgd zou worden. Dat raakte me.
Vanaf het eerste moment klikte het tussen Frits en mij. We zijn inmiddels al jarenlang ‘een setje’, zoals hij het zelf noemt. Elke zondagavond bellen we even met elkaar, een vast en vertrouwd moment in de week.
Telkens als ik bij hem langskom, vraagt hij enthousiast: “Wat gaan we doen?”
En meestal is het ook precies wat hij hoopt: samen wandelen, een potje kaarten, en een kop koffie in het restaurant van de woonvoorziening. Soms gaan we ook samen naar de winkel of naar een doktersafspraak. In het restaurant roept hij dan trots: “Ze is er weer, dit is mijn mentor!”
Omdat ik er al zo lang kom, ken ik het personeel inmiddels goed. Er is altijd een warm welkom en de lijntjes zijn kort. Met de verzorging heb ik een prettig en open contact. Zeker nu Frits ouder wordt en het allemaal wat moeizamer gaat, is die samenwerking belangrijk.
Voor mij betekent dit vrijwilligerswerk enorm veel. Het geeft me structuur, een gevoel van zinvolheid, maar bovenal: het geeft me voldoening om er voor iemand te zijn.
Frits is blij, en ik ben blij dat ik iets voor hem kan betekenen. Zo simpel en zo waardevol kan het zijn.