Direct contact? Bel een coördinator.
Mentorschap bij dementie is een constant balanceren tussen verlangens en grenzen. Herman kan vriendelijk en vrolijk zijn, maar ook boos en nors. Het vraagt geduld, begrip en afstemming met de zorg om zijn autonomie te respecteren, terwijl we hem blijven steunen. Dit verhaal laat zien hoe kleine acties en heldere afspraken een groot verschil maken in het leven van iemand met dementie.

Al bijna een jaar ben ik mentor van een meneer (we noemen hem hier Herman). Ik bezoek hem iedere week. Herman lijdt aan dementie en doordat ik zo vaak kom herkent hij mij vaak toch. Door zijn ziektebeeld weet ik nooit precies “wie” ik aantref als ik bij hem binnenkom. Soms is hij vriendelijk en vrolijk, maakt grapjes en lacht, maar er is ook een andere kant: een norse, boze man die het volledige Rotterdamse vocabulaire laat horen en, als je niet oppast, een stapel post naar je hoofd kan gooien.
Het blijft altijd spannend welke Herman ik zal treffen. Wanneer ik de gezellige Herman zie, hebben we een hele fijne middag. We praten over vroeger, hij vertelt over zijn werk en zijn kinderen, en maakt grapjes waar iedereen in het verpleeghuis om lacht.
Maar als de andere Herman de deur opendoet, weet ik inmiddels dat het beter is om de dag erna terug te komen. Zo ook vorige week dinsdag. Als ik bij zijn kamer aanklop, hoor ik meteen een gegrom — bijna alsof er een grote grizzlybeer achter de deur staat. Ik klop nogmaals, iets zachter, en zeg: “Herman, ik ben het, Corrie.”
Voor mijn neus wordt ruw de deur opengetrokken en voor ik kan reageren schiet Herman uit zijn slof:
“Ik had je toch gezegd dat ik geen zin had in gezelschap, ik zei het vanmorgen ook al en ik ben er helemaal klaar mee. Laat me met rust!”
Ik schrik niet meer van deze reactie. Het hoort bij het ziektebeeld van Herman. Rustig zeg ik:
“Is goed, Herman. Als je er weer zin in hebt, bel je me dan?”
Herman belt al jaren zelf niet meer, maar het idee dat hij de controle heeft, stelt hem gerust — dat heb ik inmiddels geleerd. Al mopperend sluit hij de deur, en terwijl ik wegloop, denk ik aan zijn woorden: “ik zei het vanmorgen ook al, ik had het je toch gezegd.”
Het lijkt alsof de opbouw van zijn dag hem frustreert, of misschien haalt hij de dagen en momenten door elkaar, wat helaas steeds vaker gebeurt. Ik besluit even langs de medewerkers van de zorg te lopen. Gelukkig is zijn persoonlijk begeleider aanwezig. Ik vraag of ze een momentje heeft om over Herman te praten. We gaan samen in het kantoor zitten.
Ik vertel wat er zojuist is gebeurd, en ze knikt instemmend. Ze vertelt dat er die dag al zes keer een medewerker door Herman weggestuurd is. Ik schrik een beetje, het is immers pas 13:00 uur. Ik vraag waarvoor de medewerkers hem zo vaak hebben opgezocht, als hij duidelijk aangeeft dat hij er geen zin in heeft.
Blijkbaar moet hij vandaag douchen. Vanmorgen was Herman al slecht gehumeurd geweest, dus hadden ze besloten om het na het ontbijt een uur later te proberen. Daarna zijn ze het steeds met andere collega’s blijven proberen.
Ik geef aan de persoonlijk begeleider aan dat ik hiervan schrik en dat ik vind dat er over de duidelijk gestelde grens van Herman wordt gegaan. We praten er even over, en ze is het met me eens. We spreken af dat we in het vervolg minder aandringen wanneer Herman duidelijk aangeeft iets niet te willen. Hij mag zijn grenzen aangeven. Ze proberen het voortaan eenmalig, en als hij dan niet wil douchen, wordt het de dag erna opnieuw geprobeerd.
Ik ben tevreden over het gesprek. Fijn dat ik zo even voor Herman op kon komen en dat er geluisterd wordt. Uiteindelijk willen we allemaal het beste voor Herman. De vraag is alleen: hoe ziet dat beste eruit? In mijn ogen is dat niet persé dagelijks douchen, maar wel respect hebben voor zijn grenzen en autonomie. Gelukkig kunnen we er samen goed over praten om op één lijn te komen.
Twee dagen later bezoek ik Herman opnieuw. Voorzichtig klop ik op de deur en hoor meteen een vrolijke:
“Kom maar binnen hoor!”
Ik loop naar binnen, maak een praatje en ga samen met Herman een wandeling maken. Gelukkig vandaag weer de vrolijke Herman.
